zaterdag 6 februari 2010

"KRANTENKOPPEN"


08.00 uur
Manlief en ik hebben allebei vreselijk slecht geslapen vannacht en zijn pas tegen het ochtendgloren in slaap gevallen. Nu worden we echter bruut gewekt door een raar rommelend geluid in de tuin. Hmmmm… Onweer? Nee, ik zie toch echt een streepje zon door de slaapkamergordijnen vallen, dus dat kan het niet zijn. Het geluid houdt aan, maar we zijn veel te moe om uit te vinden wat het is, dus we draaien ons nog eens lekker om.

08.30 uur
Dat geluid blijft maar rommelen, wat is het toch? Ik probeer manlief wakker te maken, maar die doet net of hij het niet merkt en snurkt stug door. Poezenbeest is er ook wakker van geworden en draait inmiddels enthousiast rondjes op mijn buik en miauwt er lustig op los. Goed, ik kan vaststellen dat slapen er niet meer in zit, dus dan maar mijn rondje journaal en teletekst.

08.45 uur
Oké, ik word er nu een beetje gek van. Wat is het toch? Het zouden natuurlijk de werklui kunnen zijn die na 5 weken (!) nog steeds bezig zijn op het dak en die nu hun afval in mijn net opgeruimde tuin dumpen. De gedachte alleen al wekt genoeg irritatie op om mijn badjas aan te trekken en de tuin aan een nadere inspectie te onderwerpen.

08.48 uur
Het regent niet, het onweert niet en er ligt nog niet een stofje in de tuin en toch hoor ik duidelijk iets rammelend in de tuin neerkomen. Ik verzamel moed en stap met mijn slaperige hoofd de tuin in en daar wordt de oorzaak van het geluid direct duidelijk. Het is de loodgieter die op zijn dooie akkertje het puin van het dak via onze hemelwaterafvoer naar beneden stort, rechtstreeks het riool in richting terugslagklep. Voor degenen die de achtergrond hiervan niet kennen: de terugslagklep is 7 jaar geleden geplaatst om ons te behoeden voor riooloverstromingen, die wij in de jaren vóór de terugslagklep met de regelmaat van de klok mochten meemaken hier. Deze klep is mij dus heiliger dan Jezus, Jozef en Maria en alle heiligen die je kunt verzinnen! Zonder klep geen huis, zonder klep sta je bij de eerste regenbui tot je knietjes in de stront! Binnen 10 seconden na vaststelling van dit gruwelijke misdrijf dat zich hier voltrekt, komt er een rode waas voor mijn ogen en begin ik naar boven te schreeuwen “Hé! Hé! Loodgieter!!!! Hé!”. Mijn vriendelijke roep om attentie wordt beantwoord met “goeiemorrugûh! Lekkûh geslapûh?”. Nee boerenl*l! 1) heb ik niet goed geslapen en 2) wat ben je in godsvredesnaam aan het doen? Ik probeer nog vriendelijk te blijven, maar verzand in een discussie over dat het puin niet anders af te voeren is en dat hij anders niet door kan werken. Ik gil terug dat het mij niet uitmaakt waar hij het puin laat, voor mijn part eet ‘ie het op, maar als de hemelwaterafvoer hiervoor bestemd was, heette het een stortkoker en geen regenpijp en als er niet vandaag een rioolman dit puin er uit komt halen, dan sta ik niet voor mezelf in. Ik gil er nog even achterna dat ik nú zijn baas ga bellen en dat er niets, maar dan ook helemaal niets meer door de afvoer mag.

09.00 uur
Briesend, snuivend, bijzonder opgewonden en absoluut niet in de stemming voor iets anders dan koffie en een sigaret sta ik in de keuken mijn verhaal te doen tegen manlief, die niet luistert omdat ook hij een slechte bui heeft en ruzie maakt aan de telefoon met iemand anders over iets wat echt helemaaaaaal niet belangrijk is. Vind ik. Manlief ziet aan mijn rode hoofd dat het me menens is, hangt op en vraagt liefjes wat er is. Na 14 vloeken, 12 verwensingen en 600 rampscenario’s leg ik uit wat er gebeurd is, terwijl ik ondertussen de hele keuken overhoop haal op zoek naar het telefoonnummer van de hoofd-dakman. Manlief wordt gelukkig ook heel boos en daar ben ik ben blij mee, want gedeelde smart is halve smart en terwijl manlief boos richting tuin loopt, spreek ik de voicemail van de dakman in. Ik snuif, ik bries, ik zeg dat ik “voorbij boos” ben, dat hij me nú moet bellen, dat het allemaal genoeg is geweest en dat ik hem nu alvast aansprakelijk stel voor alle overstromingen die er in de komende tijd gaan komen.

09.15 uur
De dakman belt niet terug en de loodgieter durft niet meer van het dak te komen. Dat kan hij ook niet meer, al zou hij willen, want ondertussen zijn de gevelmannen gekomen om de steiger die er stond af te breken, dus de loodgieter kan beter zijn basiskamp daar opslaan op het dak. Dat lijkt me op dit moment voor zijn gezondheid sowieso beter, dus hij zit daar goed. Manlief en ik drinken koffie en ik bel de dakman weer.

09.30 uur
Manlief staat onder de douche, daar heb ik geen tijd voor, want ik heb me voorgenomen iedere 15 minuten de dakman te bellen, net zo lang tot hij opneemt. Ondertussen wind ik me gewoon nog wat verder op en sta ik te stuiteren van de 5 bakken koffie die ik al op heb.

09.45 uur
Ik spreek wéér de voicemail van de dakman in en zeg nu dat niet-terugbellen geen zin heeft, omdat ik weet dat hij aan het werk is in de Vogelwijk en ik anders zo in de auto stap om hem te zoeken.

09.51 uur
Waarschijnlijk bang voor een woeste, ongewassen vrouw in roze badjas in een Ieniemienie belt de dakman dan toch geschrokken op. Wat er aan de hand is. Nou, dat zal ik hem eens precies vertellen, wat er aan de hand is! Ik doe mijn verhaal, kalm, beheerst en met onderkoelde woede, en draag hem min of meer op de boel vandaag nog te regelen en wel met onze “eigen” rioolmannen, die ieder jaar hier de inspectie doen. En om er zeker van te zijn dat er geen twijfel meer bestaat over wat ik wil, herinner ik hem fijntjes aan het feit dat zijn werk 4 weken over tijd is, dat ik opgescheept zit met alle rotzooi van iedereen en dat ik er helemaal, maar dan ook echt Helemaal, met een hoofdletter H, doorheen zit. De dakman vraagt timide wie hij moet bellen, ik geef hem het nummer en zeg er dan bij dat hij wel moet begrijpen dat hij dit gaat betalen. De dakman zegt “ja natuurlijk. Sjeezus, sorry hoor, het spijt me echt verschrikkuluk hoor!” en belooft dat hij het regelt. Ik zeg dat ik wil dat hij me terugbelt zodra het geregeld is, zeg gedag en hang op. En dan kijk ik recht in het stomverbaasde gezicht van manlief die zegt “zo zo! Vrouw met ballen! Goed gedaan hoor!”.

10.00 uur
Vrouw met ballen staat in de douche. Maar ik was wel een beetje hard tegen de dakman. En normaal zou ik heus niet zo tekeer gaan, maar mijn paniek en angst zijn in dit geval niet overdreven en daarnaast staat ons huis al sinds 11 weken in de steigers, dus ik heb er eigenlijk wel recht op om een keer te flippen. Maar eerlijk is eerlijk, ik ben stiekem wel een klein beetje trots op mezelf. Al ga ik dat natuurlijk nooit hardop zeggen.

10.25 uur
De dakman belt op en zegt dat de rioolmannen hem bellen een half uur voor ze komen vandaag. De dakman belt mij dan op, zodat ik kan zorgen dat ik thuis ben. Ik zeg “fijn, dankjewel en goed geregeld” en hang op.

11.00 uur
Vrouw met ballen zet manlief (kennelijk zonder ballen vandaag, nu ik de hele boel heb geregeld) af in de stad. Ik loop met mijn duizend-dingen-in-de-stad-te-doen-lijstje driftig over de Grote Markt. Stop 1 is de Bijenkorf, want ik heb alle Nespresso opgedronken vanmorgen, waar we eigenlijk tot ons vertrek naar Aruba mee hadden moeten doen en dus moet ik snel nieuwe Nespresso inslaan.

11.10 uur
Er staat een gladde glipper bij de Nespresso-balie en zoals het een echte homo betaamt niet hij mijn pinbon met een roze nietje vast aan de orderbon. Leuk hoor! Of ik nog een kopje koffie wil vraagt hij. Ik bedank vriendelijk nu de koffie al bijna uit mijn poriën komt zetten en nog meer cafeïne me waarschijnlijk hartritmestoornissen bezorgt.

11.20 uur
Stop 2 op het lijstje is H&M om daar de cadeaukaart die ik van vriendinnetje D. voor mijn verjaardag heb gekregen, in te wisselen voor een fijn t-shirt of jurkje voor straks op Aruba. Had ik alleen wel die kaart moeten meenemen. Dat zou handig geweest zijn. Grumph.

11.35 uur
Stop 3 is de kleermaker. Hij kan mijn jurkje niet vinden. Dit is dezelfde kleermaker als die van het bruilofts-jurkje-debâcle en ja, ik had beter moeten weten, maar ik ben blond en kennelijk dommer dan een ezel.

11.45 uur
Na veel zoeken is het jurkje boven water gekomen. Op naar stop 4, Schaap & Citroen om daar een nieuw bandje aan te schaffen voor manliefs horloge dat ik wil gaan dragen.

11.55 uur
De levertijd is 8 weken. En een bordeauxrood bandje (dat nu aan het horloge zit) bestaat niet volgens de Schaap & Citroen-meneer. Dat bordeauxrood was eerst bruin, maar nu is het natuurlijk heel erg verkleurd en daarom is het nu bordeauxrood. Ja hoor. En ik was eerst een neger, maar omdat hier de zon nooit schijnt, ben ik helemaal verbleekt. Jeeeezus! Goed, laat maar, dit gaat ‘m niet worden vandaag. Ik bestel dat bandje wel op Aruba en bekijk het allemaal maar. Wat een gezeur.

11.56 uur
De dakman belt en zegt dat de rioolman heeft geconstateerd dat ik niet thuis was. Nee, dat klopt want ik zou een half uur van tevoren gebeld worden! Argggggh! De rioolman is nu lunchen, dus als ik nu naar huis ga, dan zijn we tegelijk terug. Tot zover dus mijn rondje stad, die andere 996 dingen die ik daar nog moet doen moeten dan maar wachten tot een andere dag.

12.20 uur
Hijgend en wel kom ik thuis aan. De loodgieter heeft van onze afwezigheid gebruik gemaakt om te vluchten en vanaf boven zie ik Ph., de Franse bovenbuurman, al naar me gluren. Die wil natuurlijk weer even komen zaniken over iets en ik kan het na tig weken gezeur gewoon niet meer aan. Ik wil ‘m niet horen, zien of spreken, dus ik vlucht naar binnen en verstop me.

12.30 uur
De bel. Het is de rioolman, samen met de dakman. De dakman begint met 1000 excuses, die accepteer ik en ik troon de mannen mee naar de tuin.

12.45 uur
Deze rioolman is hier nog niet eerder geweest, weet niet waar de terugslagklep zit en heeft wel zin in een praatje in plaats van aan het werk te gaan. Hij belt met zijn collega, steekt een sjekkie op en kletst er lustig op los. Nee, het is allemaal niet best. Nou, makkelijk is het al helemaal niet. Jeetjemineetje, hmmm. En zo gaat het maar door. De dakman staat er een beetje bij te hangen, Ph. gluurt vanachter zijn keukenraam de tuin in en ik vries ondertussen dood. Mijn god, wat een dag!

13.00 uur
Aha. De gebelde collega heeft uitgelegd hoe of wat en de rioolman pakt een slang, een schep, een soort mega poepschepapparaat en een afstandbediening. Hij steekt van alles in de afvoer, in de bezinkput en vertelt ondertussen enthousiast wat hij in de afgelopen jaren al niet in zulke putten heeft gevonden. En dat de vieste put die hij moet schoonmaken toch wel de put van het mortuarium van het Bronovo ziekenhuis is. En vooral van dat laatste onderwerp krijgt hij maar geen genoeg. Ik hoor van alles aan over lichaamsvloeistoffen, balsemvloeistoffen, stukjes menselijke organen, haren en nagels en word echt fysiek onpasselijk. De dakman smeert ‘m en vertrekt naar het dak en de rioolman schept ondertussen een kleine 20 kilo ellende uit de put en gooit dat tussen de planten in de tuin. Nou, die zullen er volgend jaar zomer lekker bijstaan.

13.45 uur
De put wordt doorgespoeld, er komt een vreselijke lucht vrij die zich in no-time ook door het hele huis verspreidt en de rioolman vertelt dat ik heb geboft dat hij er zo snel bij was, want een regenbui had het huis niet overleefd.

14.00 uur
De dakman komt naar beneden en krijgt van de rioolman een preek over puin storten in afvoeren bij huizen van meer dan 100 jaar oud. De dakman wil alleen nog maar betalen en vluchten, maar hij zal moeten wachten tot de rioolman klaar is, dus ontsnappen kan voorlopig nog niet.

14.10 uur
Ondertussen blijkt Ph. zich dan toch voor mijn voordeur genesteld te hebben, maar ik heb de bel niet gehoord. De dakman wel en die is recht in de zeur- en zanik-val van Ph. gelopen en krijgt nu de volle lading. Terwijl ik de trap oploop, hoor ik ze bekvechten en stiekem sluip ik weer terug naar de tuin. Dan maar verhalen over menselijke resten, alles beter dan dat Franse gezeik.

14.30 uur
Ph. blijkt boos vertrokken te zijn, de dakman baalt als een stekker en de rioolman graaft zich aan de voorkant van het huis een ongeluk op zoek naar de terugslagklep. Ondertussen belt manlief op met 1000 dingen die ik voor hem moet uitzoeken en mailen naar deez en geen. Ik leg uit dat ik even geen tijd heb, dat ik een soort van druk bezig ben, maar dit keer is het manlief die geen tegenspraak duldt en dus hobbel ik maar braaf naar de computer.

14.45 uur
Ik heb uitgezocht en opgezocht wat manlief wilde weten, ik heb dat braaf gemaild en ben ondertussen ook nog gestruikeld over het poezenbeest, die zich verdekt had opgesteld achter mijn stoel. Dat levert me een dikke enkel en een gebroken koffiekopje op en het poezenbeest rent van schrik naar beneden, de tuin in, door de slurriesmurrie die de rioolman door de hele tuin gemorst heeft. Ik probeer kalm te blijven en besluit dat het nu genoeg is geweest. Iedereen moet weg en ik wil rust en pais en vree.

14.50 uur
Ik vertel de rioolman dat ik er nu wel een beetje klaar mee ben. Hij zegt dat ik niet zo onaardig moet doen en dat laatst nog iemand tegen hem zei dat ze hem in de fik zouden steken als hij niet zou opschieten. Ik zeg dat hem dat hier ook te wachten staat als het nog lang duurt en ineens gaat alles een stuk sneller.

15.00 uur
De dakman rekent af met de rioolman, 208 euro. Jammer voor de dakman, maar eigen schuld, dikke bult en ik bedank iedereen vriendelijk, sluit de voordeur en slaak een zucht. En dan kijk ik de gang in. Er loopt een poezenpotenspoor door de hele gang, de woonkamer in, de woonkamer weer uit, de trap af, de gang beneden door, de slaapkamer in, via de badkamer er weer uit, de logeerkamer door en aan de andere kant de trap weer op. Overal, maar dan ook overal, staan vieze zwarte poezenpootjes. Zucht.

15.30 uur
Goed. Het huis is weer schoon. Er hangt nog wel een smerige putlucht, maar het is in ieder geval schoon. De rust is weergekeerd en ik bel manlief. Of ik hem even kan halen in de stad. Tuurlijk. Het is tenslotte niet alsof ik nu even niets wilde doen, dus vooruit dan maar.

16.00 uur
Manlief is ziekjes en heeft een beetje een slechte bui. Hij vindt ook dat ik te hard rijd in Ieniemienie, en bij het inparkeren schreeuwt hij keihard “let op die fiets!”. “Die fiets!” staat op de stoep, helemaal niet in de buurt van Ieniemienie en dus snap ik niet waar al dat geschreeuw voor nodig is en nu is het bij mij ook gewoon klaar. Ik zeg tegen manlief dat hij uit moet stappen, lekker even iets voor zichzelf moet doen, dat ik dat ook ga doen en dat we dan straks allebei weer vrolijk zijn.

16.30 uur
Manlief rammelt zijn frustratie er uit op het toetsenbord van de computer en ik zit met de laptop op de bank. Waar manlief zich nog druk bezighoudt met zakelijke ellende, lees ik het Arubaanse sufferdje om te kijken wat er zoal gebeurt op ons eiland. Tenslotte vertrekken we al volgende week en dus is het wel handig als we een beetje op de hoogte zijn. Er gebeuren hele belangrijke dingen op Aruba, dat is wel duidelijk. Een paar krantenkoppen: “Kaasman doet zich voor als taxichauffeur”, “Vrouw richt ravage aan op hoofdweg luchthaven”, “Tiener slaat ouders” en als absolute klap op de vuurpijl: “Importheffing op breiwerk omlaag”. Kijk, das mooi, dan weet ik nu dat ik fijn goedkoop gebreide truien en sjaals kan importeren als ik eenmaal daar ben, want die heb je hard nodig bij een gemiddelde temperatuur van 30 graden!
Het nieuws heeft ook een paar dingen waar ik minder blij mee ben zoals: “Oktober, natste maand in jaren” en nog erger: “Boa’s over hele eiland verspreid”. Kijk, dat zijn nou berichten waar ik niet gelukkig van word. Misschien kan ik wel gebreide paraplu’s gaan importeren, maar dat is dan ook het enige positieve wat ik kan bedenken over de natste maand in jaren. Meer zorgen maak ik me over de boa’s! Heel stiekem hoop ik nog dat het over feestkleding gaat, maar bij het openen van het artikel blijkt het dan toch echt over boa constrictors te gaan. En het goede nieuws blijft maar komen: “de boa’s eten ook puppy’s en katten”. Waaaaat? Arm poezenbeest! Waar ze net nog door mij omgedoopt was tot “tropigatto” (tropische kat) besluit ik nu acuut dat ze het huis aldaar niet mag verlaten. Poezenbeest moet binnen blijven, in een afgesloten ruimte zonder kieren of gaten met een gesloten aircosysteem. Straks komt er zo’n akelig slanggeval die mijn tropigatto in een oogwenk wurgt en inslikt! Verschrikt vertel ik manlief het nieuws. Manlief lacht en zegt dat als het een boa lukt om onze tropigatto met haar afmetingen in te slikken, die boa dan in het Guiness Book of Records komt. Niet grappig, niet leuk en al helemaal niet complimenteus richting het poezenbeest. Ik pak mijn lieve tropigatto om haar te troosten en samen nestelen we ons veilig op onze Nederlandse bank, zonder enge slangen, onder een fijn dekentje met Animal Planet op tv. Soms is geluk heel gewoon en dit is zo’n moment.

17.30 uur
Hmmm. Ik was in slaap gevallen en wordt wakker gemaakt door manlief, die boven mijn hoofd hangt om te vragen wat we gaan eten zo. Ook tropigatto heeft ook honger en jengelt om voer, dus ik offer me op en sjok naar de keuken. Ik háát koken, zeker op commando, en ik heb helemaal geen honger. Maar goed, hongerige monden moet gevoerd worden, anders worden ze niet stil, dus vooruit dan maar. Ik neem de laptop mee naar de keuken, zodat ik nog een beetje kan neuzelen op internet terwijl het eten pruttelt en dan ontdek ik alwéér iets waar ik niet blij van word. Een weblog van een Nederlandse mevrouw op Aruba over kakkerlakken.

17.35 uur
Dit is dus geen leuk nieuws. Kakkerlakken zijn gek op vochtig weer en nu oktober zo’n natte maand was, hebben ze zich heerlijk voortgeplant. Ze zitten schijnbaar in alle hoeken en gaten en het enige waar ze niet van houden is fel licht. Ik vertel alles aan manlief en hij zegt dat we de pestcontrol laten komen en dat ik niet bang hoef te zijn. Tuurlijk. Wat hij nog niet weet, is dat ik, zodra we op het eiland inkopen gaan doen, 400 spaarlampen zal aanschaffen en daarmee ons hele romantische huisje zal verlichten als een Turks koffiehuis. Stop die romantiek maar op een plaats waar de zon niet schijnt en koop maar een zonnebril voor ’s avonds, want er zal geen plek slecht verlicht zijn in ons stulpje.

17.50 uur
Ik heb kip met rijst en kerrie gemaakt en de kip heeft wel wat weg van gebakken kakkerlak. Ook zie ik overal in mijn ooghoeken zwarte vlekken wegschieten, die er natuurlijk helemaal niet zijn. Ik ben echt volkomen hysterisch als het op insecten aankomt en kakkerlakken staan, naast spinnen, toch wel met stip op nummer 1 van mijn “doodmaken-zonder-erbij-stil-te-staan-lijst”. Tijdens het eten door vertel ik manlief dat iedere 3 weken de pestcontrol moet komen, dat we niet leuk zelf gaan tuinieren en dat er overal hordeuren moeten komen, omdat ik anders gewoon binnen 2 maanden in een gekkenhuis zit met een insectenfobie. Manlief zegt keurig ja op de goede momenten en schiet dan keihard in de lach. Of ik niet wist dat er op een eiland nou eenmaal tropische dieren en dus ook insecten zitten. En of ik had gedacht dat ik die tropische omstandigheden zonder nadelen in de schoot geworpen zou krijgen. Nee natuurlijk niet, maar ik had er niet op gerekend dat er zwarte weduwen (ja, die zitten er dus ook) onder de leuning van mijn tuinstoel zitten te broeden, dat er kakkerlakken uit de septic tank komen kruipen bij nat weer en dat ik er al helemaal niet op gerekend had dat er 650 boa constrictors in de tuin sluipen!

18.15 uur
Al 2 weken staat er een keurige tas in de logeerkamer met daarin “huisraad”. Deze tas gaat, naast de gewone bagage, mee als overgewicht naar Aruba en bestaat voornamelijk uit handige en onmisbare dingen als beddengoed, wat servies, wat bestek en 15 paar schoenen van mij (in mijn eigen koffer is daar gewoon geen plaats meer voor en omdat ik op een eiland ga wonen, wil dat niet zeggen dat ik geen fatsoenlijk schoeisel aan mijn voeten mag hebben!). Maar nu word ik geconfronteerd met een duivels dilemma. Na het lezen van al die enge verhalen rest me geen andere keuze dan mijn bug-away mee te nemen. Dat is mijn handige apparaat dat me de afgelopen jaren al heel wat keren heeft gered van enge spinnen en ander ongedierte. Maar ja, mijn bug-away is een meter lang en heeft een bijzonder onhandig formaat, dus ik moet wel iets anders uit de overgewichttas opofferen om plaats te maken voor de bug-away.

18.45 uur
De afgelopen 30 minuten heb ik de tas 30 keer in- en uitgepakt. Maar het is me dan toch eindelijk gelukt een plekje te maken voor de bug-away. Dan nemen we gewoon geen beddengoed mee. Als de bug-away er maar in past. Manlief komt kijken en mompelt iets over mijn schoenen. Ik doe net of ik het niet hoor en zeg dat het met 30 graden toch veel te warm is voor lakens, dus niet zeuren nou, het probleem is al lang opgelost!

19.00 uur
Oké. Ik heb er 1 paar schoenen uitgehaald. De tas bleek niet dicht te gaan en ik kan ook wel naar Aruba zonder paarse schoenen, dus die offer ik dan maar op.

19.05 uur
De paarse schoenen zitten er weer in. Ik heb het bestek er uit gehaald, want zonder die paarse schoenen kan ik mijn paarse jurkje niet aan en dan kan ik die ook niet meenemen en dat wilde ik nou juist zo graag. Niet meenemen is natuurlijk geen optie, en we kunnen best een paar dagen zonder bestek, dus niet zeuren. Alles past nu en ik ben tevreden.

19.30 uur
Manlief zegt dat ik er erg moe uitzie en naar bed moet. Ik zeg dat zelfs zijn dochterlief toen ze 6 was nog later naar bed mocht dan half acht en dat ik dus niet ga. Ik mompel ook nog dat de kippen zelfs nog niet op stok gaan om half acht en dat ik dus niet moe ben en zeker niet naar bed ga.

19.45 uur
Slik. Ik ben eigenlijk bekaf. Afgelopen nacht was een hele korte en vandaag was geen winstpakker op gezellig of positief vlak. En manlief heeft griep. Dus maak ik handig van die gelegenheid gebruik en zeg dat ik natuurlijk nog lang niet moe ben, maar dat manlief er wel ziekjes uit ziet en zullen we dan gewoon lekker in bed gaan liggen? Manlief schiet in de lach en sputtert niet tegen.

20.00 uur
Het is acht uur ’s avonds en nog voordat de kippen op stok zijn gegaan, liggen manlief en ik als 2 bejaarden heerlijk tegen elkaar aan gekropen in een lekker warm bedje. We drinken thee, eten bergen speculaas en kletsen honderduit.

20.30 uur
“Wat een dag hè… Uh, voor als ik zo in slaap val: slaap lekker schat..”. “Nou hè.. Is goed lief, jij ook lekker slaap voor straks..”.

20.35 uur
“Schatje, je hebt toch niet de huisraad opgeofferd voor schoenen en kleren hè?”. “Nee liefje, natuurlijk niet. Ik ben toch niet gek! Waar zie je me voor aan?”

20.45 uur
Snurk. Snurk.
 
Free Hit Counter